maandag 20 september 2010

De balans opmaken


Paradijs!

Na drie maanden Filippijnen is het tijd om de balans op te maken. De beste manier om dat hier te doen is natuurlijk in een bamboe hutje op het strand, met een coctail, een paar palmbomen en de klassieke zondsondergang. Een andere aan te raden locatie is al zwemmend tussen de koralen en tropische vissen. En laat ik nou toevallig afgelopen weekend op een –bijna– onbewoond eilandje gestrand zijn, met goed gezelschap, een kano, duizenden vissen die allemaal Nemo heten en een snorkel! Alleen de coctail ontbreekt, al zijn onze fantasien over margarita’s zo realistisch dat ik ze bijna kan proeven...

Drie maanden Filippijnen. Wat is dat eigenlijk snel gegaan! Ik heb inmiddels een huis, waar ook al een paar meubels in staan en waar ik samen met huisgenoot B Nederlands eten kook als we daar zin in hebben. Voor mijn werk heb ik een aantal projectgebieden bezocht, trainingen bijgewoond en gegeven en op nationaal niveau een paar belangrijke mensen ontmoet. Ik heb veel van het land gezien: gesnorkeld, gedoken, door de bergen gelopen, een typhoon en aardbeving meegemaakt (beide stelden voor Filippijnse begrippen weinig voor, maar toch), mijn keel schor ‘gekaraoked’ en ik heb urenlange busritten, bootritten en vliegtuigritten gemaakt. Ik heb eten ontdenkt en geproeft dat ik niet kende: rijstcake, cassave cake, buko ice cream, halo-halo, adobo, buko pie en heel veel soorten vis, groente en fruit – mangosteen, rambutan, lansones, marang, en durian (bah!). Ik heb al vele avonden mogen genieten van lokale muzikanten. En ik heb de gastvrijheid, hartelijkheid en humor van de Filipino’s leren kennen. Wat een feest!


En nog meer paradijs...

Maar het is ook wel eens niet zo leuk geweest. Ik wacht nog steeeds op mijn visum, zodat ik mijn spullen (fiets, kleren, hangmat, klimspullen) hier naar toe kan laten verschepen. En gezien de snelheid van de procedures hier verwacht ik de boel niet meer voor de kerst. Frustrerend. Ook de files en de vervuiling en de hitte en de mensenmassa’s van Manila zijn ergelijk, en een tripje buiten Manila voelt al snel als een bevrijding uit de gevangenis waarin ik woon. Het werk is soms lastig, omdat ik de taal niet spreek en de ‘eeuwige buitenlander’ ben – en blijf. Het is lastig als mensen met een camera voor je neus staan of naast je gaan staan om te poseren, terwijl je net probeert een opdracht aan een werkgroepje uit te leggen. “Wat doe ik hier eigenlijk?” denk ik dan...


Smile...

Tja. Wat doe ik hier? Dat is een goede vraag voor een zonsondergang-moment op een –bijna– onbewoond eiland. Soms weet ik het niet, of niet echt althans. Dan heb ik zin om naar huis te gaan, naar lange zomeravonden, de herfst en winter, naar boterhammen met kaas en gure fietstochten door het natte bos, naar vrienden en eindeloze zaterdagen vol met koffie en taartjes, naar het lezen van de volkskrant ’s ochtends in de trein en naar poes Mickey, die nu een nieuw baasje heeft en mij allang vergeten is...


Mmmm....

Maar die moment zijn in de minderheid. Over het algemeen weet ik precies wat ik hier doe: ik ben aan het genieten, aan het leren, op avontuur aan het gaan, de wijde wereld aan het verkennen, nieuwe mensen aan het ontmoeten, meer inzicht en diepgang in het werk van een ontwikkelingsdeskundige aan het krijgen en misschien ben ik zelfs wel de wereld een stukje beter aan het maken. En ik besef op dat strand tijdens die zonsondergang, dat dit een uniek moment in mijn leven is, en dat ik dat moment wil koesteren en er alles eruit wil halen wat erin zit. En dat ik soms ook best even naar een boterham met kaas mag verlangen. Want dat is het leven (met goede en slechte tijden) en daarom is het zo mooi zoals het is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten